VERBETERINGEN VAN HANS

(Op pagina 4de inleiding iets beter verwoord) Allereerst: Een boek wilde ik laten schrijven omdat ik mensen iets meer deelgenoot wilde laten worden van mijn zeer grote verwondering die mij in het leven overkwam. Ik heb hele bijzondere mensen in mijn leven mogen leren kennen waaronder natuurlijk in de eerste plaats natuurlijk mijn beide ouders, mijn broers en jongere zusje. Zij werden mijn naasten, mijn geliefden of zelfs de mensen die ik wilde beschouwen als mijn eigen kinderen. Maar buiten hen ontmoette ik heel veel andere bijzondere mensen. Ook dit werden vrienden, kennissen, mensen die mijn meester of juf konden worden, of
mensen die ik vanuit de verte op de radio, theater, film of televisie tegen kon komen. Heel veel mensen konden voor mij een persoonlijk belangrijke voorbeeldrol vervullen (vaak tijdelijk, maar soms ook wel voor altijd) Hierin kwamen natuurlijk ook bekende mensen voor, groepen die ik zag optreden en zichtbaar werden in de media. Uiteindelijk gold voor mijzelf altijd de meest belangrijke vraag: Met welk doel waren zij tot mij gekomen. Pas aan het eind van mijn veertiger jaren vond ik hierop het antwoord en dat was: Voor m’n beeldvorming: “WERKELIJKE LIEFDE!” We leven in een wonderbaarlijke wereld en dat is een wereld met wonderen.
Vreemd genoeg leek het toen voor mij alsof iets of iemand het allemaal al heel lang wist voor mij. De kunst in 4 verschillende vormen staat voor mij centraal als de vorm waarop mensen uiteindelijk met elkaar communiceren. Mensen creëren beelden in hun geestelijk leven, bewegen of verplaatsten zich voort, gebruiken woorden om zich mee uit te drukken en verbinden dat waar ze voor willen gaan met de klank waar hun hart naar uitgaat en waar ze vaak graag naar willen luisteren. Zo kwam ik dus op de 4 verschillende kunstuitingen waar ik me in mijn leven op richt. Het zijn 4 vormen waarmee ieder mens zich op meerdere of mindere mate uit drukt. Het gaat niet om de wereld zoals ik die toevallig zie, maar om de wereld die we allemaal zullen ervaren en waarin de mens zichzelf laat horen of uit wil drukken.
Wanneer de mens echt succesvol is geworden, kan hij voldoening + werkelijke zingevening in zijn leven vinden. De mate waarin WERKELIJKE LIEFDE hier dan aanwezig is, zal altijd toonaangevend zijn.

Blz. 8 Mijn vader leende geen geld van zijn broer voor de huur van een auto, maar voor een kacheltje
Blz. 16 Deze foto is gemaakt door vakfotograaf John Visser, hij was zeker een grote inspirator voor mij, want hij maakte hele mooie foto’s vond ik. (Ook van mij)
Blz. 17 Mijn grootouders hadden een sigarenzaak toen ik ze leerde kennen, daarvoor had hij geloof ik een drogistwinkel gehad, maar dat weet ik eigenlijk niet zeker. Mijn opa Andre was zeker niet lid van de Rooms Katholieke kerk. (Ik geloof de hervormde kerk) Hier even de betekenis van een denominatie zoals je die in het woordenboek tegen komt: [Christendom] Aanduiding van een kerk of groep van kerken, met een eigen geloofstraditie, kerkorde en liturgie, die hen onderscheidt van andere kerken. Belangrijk om het woord DENOMINATIE te begrijpen: het zijn mensen met een eigen geloofstraditie, kerkorde en liturgie. (Het zijn dus mensen die alles denken te kunnen bepalen en niet Jezus, God of de Heilige Geest)
Blz. 23 ik heb zelf nooit vernomen dat het Frysk Orkest optrad in India of Lissabon. Bekend voor mijn vader toen hij nog in het orkest zat was dat hij optrad in het zogeheten Archo-trio met mijn eigen gitaardocent Henk Hoekema op hobo en de vrouw van Henk Hoekema op piano. https://fryskmuzykargyf.nl/componist/hoekema-henk/ 
Later toen hij gepensioneerd was heeft hij voor zijn plezier ook nog wel samen gespeeld en dat was met oudere collega’s die bij hem thuis in het dorpje Suawoude kwamen. Dat kan geweest zijn met een zekere Gerrit Lubach, maar dat weet ik niet meer zo zeker. De naam Gerrit van de Kolk kon ik beter, maar dat was de naam van de drumleraar van mijn broer (ook een collega van mijn vader), maar daar heeft mijn vader zover ik weet, nooit mee opgetreden.
Blz. 27 Het mogelijke verzoek was volgens een tante van mij een Canadese soldaat en degene die mee zou worden genomen was zeker niet mijn moeder, maar mijn tante Nelly. Omdat ik er zelf natuurlijk niet bij ben geweest wil ik het dus in mijn boek liever niet een Duitse soldaat noemen.
Blz. 32 De Paasheuvel is bij Vierhouten. Ik ben zelf meerdere jaren betrokken geweest bij vakantiekampen in Vierhouten waar jongeren voor het eerst konden gaan kamperen onder (o.a.) Mijn begeleiding. Van mijn moeder heb ik inderdaad toen vernomen dat zij ook nog kinderen in Vierhouten had begeleid. Dit was met jongeren van de toenmalige NAP (Nederlandse Arbeids Partij) als ik me niet vergis. Ik kwam in mijn leven de naam van “Zonnehuizen” tegen, de plaats waar ik zelf vaak uitzendwerk heb gedaan. (Maar waar mijn moeder volgens mijn oma ook nog eens vrijwilligers werk had gedaan) Dit was in Zeist en Driebergen. Het Lievegoed in Bosch en Duin, ken ik persoonlijk niet. Mijn eigen levensvisie is zeker niet die van de vrije scholen, hoewel ik me hier wel meer mee verbonden voelde vanwege een grotere mate van creatieve vorming. Mijn levensvisie was en is dus wel in Christus, die beschreven werd in zowel het oude, als het nieuwe Testament.
Blz. 33 Vanuit de Bijbel kan iedereen lezen: Heb je ouders lief, dit vind ik nog steeds erg belangrijk, ongeacht van wat er ook heeft plaatsgevonden.
Blz. 35 in mijn tijd heeft het nooit de Ulo geheten, maar heette het de Mavo. Voor mijn oudere broer Peter heette het nog wel de Ulo
Blz. 39 Mijn vader maakte zich zeker erg ongerust om mijn broer en zijn zoon Peter, maar wist hier niet zo goed mee om te gaan. Hij had toen zeker ook nog niet in zijn polsen gesneden, maar heeft geprobeerd om zichzelf toe te verdrinken tijdens een uitje naar de punt van het eiland. Het is hem toen niet gelukt, maar had wel al een afscheidsbriefje geschreven (zo hoorde ik achteraf)
Blz. 40 Ik was zeker niet bewust naar Peter gegaan in Leeuwarden. Het was “de Reinder Brolsmawei 18” voor ons beiden dus ons ouderlijk huis. (Na de zelfmoord van mijn broer, hebben mijn ouders een kapel op het dak laten maken om het geen donkere en duistere ruimte meer te laten zijn. Het werd toen de nieuwe studeerkamer van mijn vader. ( zie foto: https://www.photodrawing.nl/reizen- door-nederland-2023/leeuwarden

Ik bedacht het dus zeker niet om een nachtje bij mijn broer Peter te gaan logeren, maar wilde gewoon in mijn eigen kamer slapen en overnachtte diezelfde nacht van de zelfmoord samen met mijn toenmalige vriendin Wietske. (Door het huis klonk toen nog een nummer van Boudewijn de Groot met het zogeheten HEKSENSABAT en de tekst: “SATAN IS HIER!”) Pas veel later ben ik dit ook echt zo gaan zien. Satan staat immers in het werkelijke Christelijke geloof voor de haat en voor de dood in ons leven. Het staat dus helaas helemaal verkeerd beschreven in het boek. Tijdens de nacht waarop ik daar ook samen met mijn vriendin Wietske was, heeft mijn broer zichzelf van het leven heeft beroofd. In mijn herinnering speelde ik op die avond nog gitaar een voor ons beiden bekend melodietje dat we beiden van onze gezamenlijke gitaardocent Henk Hoekema hadden geleerd. Al fluitend met dat melodietje verliet Peter toen de kamer en dit was het laatste levende beeld dat ik van mijn broer Peter heb mogen vernemen.
Alvorens hij die nacht over heeft willen gegaan in zelfdoding door ophanging, heeft hij eerst zijn
polsen proberen door willen snijden. Dit was niet gelukt en toen heeft hij zichzelf dus opgehangen.
Dit is dus beiden in dezelfde nacht voltrokken. (Of de toenmalige ruzie tussen mijn vader en mijn broer Carlo in mijn boek moet worden genoemd, vraag ik me eigenlijk stellig af) Na het ongeval, en de werkelijke grote schrik van mijn leven, heb ik nog heel veel moeten leren over wat die werkelijke liefde werkelijk was. Hier kwam ik pas achter aan het einde van mijn veertiger jaren. In die tijd was ik voornamelijk helemaal kapot, gebroken en verward, net zoals de rest van mijn familie. Ik was immers op het moment dat ik mijn broer ontdekte, met juist een heugelijke mededeling naar mijn broer toe gegaan. Ik had op die bewuste ochtend waarop ik hem ontdekte, immers een vakantiebaantje bij de winkel de Miro, ook voor hem bijna geregeld. Dus een vacature waarbij ik (als zijnde het jongere broertje) ook mijn oudere broer Peter had mee mogen nemen. (Enigszins met trots gevuld wilde ik hem toen dit mededelen.) Maar werkelijk iedere vorm van trots is dus helemaal fout leerde ik afgelopen weken nog heel erg duidelijk.
Blz. 41 Mijn zusje heeft vele jaren later niets van het alles kunnen begrijpen. Sinds de dood van haar moeder, 10 jaar later, was het echt vreselijk voor haar. De liefde voor haar vader was niet sterk genoeg aanwezig. Ze gaf meer om het contact met mij of met haar broer Carlo. Mijn vader was na het ongeluksdrama waarbij hij zelf achter het stuur had gezeten, ook helemaal de kluts kwijt. Hij was vrijwel niet in staat om voor mijn zusje te zorgen. Hij kon niets, zelfs niet eens zelf koken. Er was een
hele grote overmacht en in die tijd strookte het ook niet tussen mijn toenmalige vriendin Bernadette met mijn vader of mijn zusje. Dit was een zeer moeilijke situatie waar ik in verkeerde. De relatie die mijn vader uiteindelijk met Betty heeft kunnen krijgen, was helaas zeer veel gericht op uiterlijke liefde, iets dat voor alle omstanders zeer grote gevolgen heeft gekend. (Ik vind dat de notitie van mijn zuster Annemarieke met betrekking tot Betty of haar kinderen daarom beter achterwegen gelaten kan worden)
Blz. 42 het voorbeeld van de vader van Wietske vind ik niet ter zake doende, ook dat hij me heeft willen uittesten of ik wel een “echte man” zou zijn. De relatie die er in 2003 ontstond hoeft ook niet grote uitweiding van mij. We hebben nog steeds een bepaalde verstandhouding met elkaar, maar een werkelijke liefde heeft er nooit meer uit voort kunnen komen.
Blz. 45 Ik was geboren met de overtuiging dat we opgroeien vanuit verschillende vormen van communicatie. De communicatie die vanuit 4 verschillende vormen van kunst tot een liefdevolle samenwerking moest kunnen komen volgens mijn denkwijze. Dit moest werkelijk mogelijk zijn vond ik. (Het staat nu niet duidelijk omschreven vind ik en ik ben in die tijd werkelijk nooit met de mogelijke verdienste bezig geweest! Het was een groot onderzoek waarin ik leefde!)
Blz. 46 De MBO IW volgde ik nadat ik een langere tijd als vrijwilliger bij het kindertehuis Tjallinga Hiem had gewerkt. Ik kreeg hier dan ook een stagevergoeding voor. Maar wilde uiteindelijk ook een keertje echt geld gaan verdienen na mijn middelbare school die ik had afgerond. Ik werkte als een volledige groepsleider en verlangde daarom bij het ontstaan van een vacature dat ik de baan werkelijk ook zal kunnen krijgen. Dit bleek toen niet het geval te zijn geweest en daarom besloot ik
het eerste de beste betaalde baantje aan te gaan nemen.

Allereerst reageerde ik toen op een vacature bij het POSTHUIS van het eiland Vlieland

en ik werd gelijk aangenomen en ben daar toen op het vakantiehotel HET POSTHUIS gaan werken in het voorseizoen. Ik heb daar samen met anderen timmerwerkzaamheden moeten verrichten om een dak op een restaurant te vernieuwen. Toch de sfeer van mijn 2 werkgevers beviel me niet en daarom keek ik verder. Na 2 weken kreeg ik toen de mogelijkheid bij de Jeugdherberg in de stad Meppel te komen werken. Dit beviel dus wel! Tijdens mijn werk in het POSTHUIS en in de JEUGDHERBERG in Meppel, ben ik dus met het vrijwilligers werk en de studie MBO IW gestopt. In je jeugdherberg in Meppel heb ik met heel veel plezier gewerkt. Na het seizoenswerk in Meppel, ben ik weer terug gekeerd naar Leeuwarden en kwam toen via een oude vriend aan een betaalde invalbaan in een kindertehuis te Bolsward. Hierna werd ik gelijk gevraagd in de provincie Groningen en dan dus in de stad VEENDAM waar ik betaald invalwerk mocht verrichten in een kindertehuis van HET LEGER DES HEILS bij kindertehuis “De Veilige Bocht” Ik dacht ook aan de psychiatrische gezondheidszorg en doorliep nog even, eveneens als betaalde student, de preklinische periode van de B-verpleging in de stad Santpoort. Toch waren die grote psychiatrische ziekenhuizen net grote mensfabrieken. Ik zocht naar kleinere persoonlijke zorgbaantjes en kreeg toen mijn vierde betaalde baan in de zorg in de stad WINTERSWIJK. Ik vertrok toen naar een betaalde zorgbaan in de stad WINTERSWIJK bij de zogeheten “BROWNDALE HUIZEN” De baantjes in de zorg volgden elkaar dus prima op en waren allereerst ook echt betaalde baantjes in de zorg. Toch kreeg ik dus de wens om mezelf creatief nog iets meer te ontwikkelen Ik vond het echt heel erg fijn om betaald werk te kunnen doen in de gezondheidszorg en om dan echt hele speciale zorg te kunnen en te mogen geven. Toch merkte ik bij mezelf ook op dat ik mezelf nog meer creatief wilde scholen en daarom volgde ik in Amsterdam de oriëntatie cursus van de zogeheten KLEINKUNSTACADEMIE en volgde ik in Leeuwarden de toelatingsweekenden van de school DE AVEC (ACADEMIE VOOR EXPRESSIE EN COMMUNICATIE) een dagschool waar ik ook graag op wilde beginnen om mezelf creatief nog iets verder te scholen. AVEC mislukte en ook de KLEINKUNSTACADEMIE heb ik toen niet door willen zetten. Ik kwam toen voor het eerst op de kunstacademie in Leeuwarden, maar dit was een avondschool. Overdag werkte ik toen weer als vrijwilliger bij kinderdagverblijf Jacobijnerkerkhof in de binnenstad van Leeuwarden. Ook dit vond ik heel erg leuk om te doen, naast mijn academie aan de kunstacademie in Leeuwarden. Na een jaar lukte het me toen om over te gaan stappen naar het dagonderwijs van de kunstacademie en kon ik kiezen tussen 2 kunstacademies. In Kampen en in Enschede. Ik koos uiteindelijk voor de AKI in Enschede.
Ik ging vanuit de Aki regelmatig naar Amsterdam, we hadden daar met een aantal studenten een overnachtingsruimte in de vrouwenkliniek van het zogeheten WG-ziekenhuis. Tijdens mijn regelmatige bezoeken aan de kleinkunstacademie leerde ik ook een zekere Ruud Weissman kennen. Via theatergroep DIN zat ik toen nog eens tegenover hem. Hij was tekstschrijver voor DIN en ik de nieuwe Decorontwerper in opleiding. Het was niet een favoriet mens voor mij, maar ook niet voor de dansgroep DIN. Hij had totaal andere ideeën over het gegeven toneelstuk dan dat ik dat had. Eigenlijk heb ik die Ruut nooit echt gemogen, ook al is het uiteindelijk directeur van de kleinkunstacademie geworden

Blz. 54 de meesten waren fantastische verhalenvertellers – dit heb ik denk ik niet gezegd
Blz. 55 titel van professor hoef ik ook niet zo nodig in mijn boek
Blz. 57 Jos Spanbroek heb ik maar 1 keer ontmoet. Ik hoorde zijn naam toevallig eens weerklinken door de directeur van de kunstenbond als iemand die erg bijzonder was. Wel was het de keer dat ik hem ontmoette een bijzondere ontmoeting. Ik heb nog voor hem een klein muziekoptreden gegeven en ik heb van hem nog een mooi boek van hem gekregen. WE REDEN DUS NOOIT VAAK SAMEN! (???)
Blz. 58 over Bernadette heb ik verteld dat ze een keer opgenomen is geweest in een inrichting te Halster, al weet ik dat niet meer precies. Ze had ervaren hoe het was om werkelijk gek te zijn en sprak hier toen zeer openlijk over. Ik wil niet te veel over haar uitweiden want ik vind haar eigenlijk helemaal niet leuk. (Ik kwam haar laatst nog tegen en wilde mij vreemd genoeg niet kennen)
Blz. 59 haar Prix de Rome kun je er ook in weg laten
Blz. 62 we hebben elkaar voor het eerst echt ontmoet in het huis van Erik Vos ???? heb ik echt nooit gezegd en ik weet niet hoe je hierbij bent gekomen. We zouden met onze eerste afspraak naar een voorstelling van het Appeltheater gaan van Erik Vos, maar zijn daar die keer nooit naar toe gegaan. Ik ben achteraf helemaal niet blij dat ik haar hart wist te veroveren. We kregen iets met elkaar en dat is natuurlijk wel gebeurd. Annelene woonde echter korte tijd in Zoetermeer, waar we regelmatig samen kwamen. Ik hebdaar zelf nooit officieel gewoond dus

Blz. 63 in deze tijd werkte ik ook weer betaald in de gezondheidszorg bij een kindertehuis als invaller. Ik werkte bij huize Marienwaard te Maastricht. Daarbij hield ik een zeer grote fototentoonstelling door heel Limburg. Ik lees hier niets van terug. Ik had een galerie in Amsterdam “Galerie Spirit” waar ik verschillend werk heb kunnen verkopen. Zij kocht ook de schilderijen op die ik had gemaakt in de Stopera garage en die zijn toen uiteindelijk weer verder gegaan naar een koper in Rotterdam
Blz. 84 Het verhaal van de Barbier was mijn productie in samenwerking met theater Dwarf. Het kwam op de planken na de bereidwilligheid van mijn toenmalige schoonfamilie om het werkelijk te gaan opvoeren als straatopera waarin mensen met popen en levende acteurs meespeelden.
Blz. 65 Ik had een baan bij decoratelier Polder & van Kleef en werkte via hun ook bij de WORLDPRESS FOTOTENTOONSTELLINGEN (dit was dus een zogeheten Melkertbaan, maar dat hoeft echt niet op de voorgrond te staan en kan zelfs ook geheel weg gelaten worden)
BLZ 66 de foto wijst naar mijn eigen productie (de barbier van Sevilla) in samenwerking met theatergroep Dwarf
Pg 67 ik werd door mijn eigen aanvankelijke advocaat werkelijk aan de kant gezet. Toch wil ik ook niet hier te veel op uitweiden want uiteindelijk heeft het mij ook iets bezorgd dat heel belangrijk voor mij in het leven is geworden en dat is mijn leven in de werkelijke liefde Ik lees: Zo graag had ik dit huwelijk gered – ik zie het achteraf als de weg waarop ik werkelijk echt heb moeten gaan om tot inzicht te kunnen komen van de werkelijke liefde! Hier ben ik uiteindelijk onwijs dankbaar voor. Natuurlijk had ik mijn kinderen willen zien opgroeien, maar doordat mensen begaan zijn met narcisme en vanuit een vaak werkelijk liefdeloze haatpraktijk vaak gewoon zijn geworden om andere mensen volledig buiten spel te zetten, dien ik dit ook te accepteren. Het is de tol die ik moest betalen, maar uiteindelijk voor een hoger doel.
Blz. 68 Wanneer je niet weet wat werkelijke liefde is weet je ook niet wat HOUDEN VAN werkelijk betekend
Blz. 69 De begeleidde omgang werd door de moeder op een gegeven moment niet meer nagekomen, waardoor advocaten en raadslieden in actie moesten komen. Om dit goed te doen waren ze helaas niet toe in staat. Er is een raadslid hierdoor zelfs zijn baan kwijtgeraakt.
Blz70 ik ben niet bang dat het nooit goed komt tussen mij en mijn kinderen. Het is in de hand van God (de werkelijke liefde) en van niemand anders. Wanneer Hij het toestaat, ontmoet ik echt mijn kinderen,
Blz76 dichter bij een vorm van geloof gebracht Het staat hier alsof ik nog niet weet waar ik in geloof “de een of andere vorm???” Maar vertel me dan eens: In welke zin zou ik geen gelovige zijn? Je kunt hier natuurlijk veel beter spreken over het mysterie van het menselijk leven. Het leven kent een mysterie waar eenieder mee te maken heeft! Dit mysterie is uiteindelijk in iedere vorm van kunst aan het eind een onverklaarbaar feit. En dat kan ik alleen zeggen omdat ik dit in iedere vorm van kunst werkelijk heb kunnen aanschouwen! SOMS OOK WEL NAAR HET DOEL uiteindelijk brengt de Heilige Geest ons iedere keer naar het werkelijke doel van ons leven. Dit komt duidelijk naar voren in het kleine boekje van het mysterie van het menselijk leven van de allereerste sleutel. Zie mijn filmpje dat ik vele jaren
geleden heb op willen nemen op: https://youtu.be/XuejqUYR-vE 

Ik heb eindelijk een echt doel in het leven gevonden en ik denk zelfs dat dit doel, namelijk het vinden van de echte liefde, van het grootste belang is voor ieder mens. Zonder een echt reëel doel, dat de werkelijke liefde voor ieder mens heeft, zal de mens nooit een echt doel in zijn leven kunnen vinden. Dus ieder mens die dit doel niet kent, daar ben ik echt van overtuigd, blijft zoeken naar dit ene echt heilige doel van het leven. Mijn ontmoeting met Willem de Ridder was voor mij van een heel groot belang. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_de_Ridder  Dit was eigenlijk al voordat ik naar de kunstacademie in Enschede ging. Hij vertelde verhalen voor de radio die ik zondermeer geweldig vond. De eerste schooldag op de kunstacademie in Enschede vond zich er een internationaal kunstfestival plaats en hierbij was Willem de Ridder uitgenodigd als de meest speciale gast. Voor het eerst ontmoette ik op die eerste schooldag een man die zeker in mijn hart zat en dit was Willem de Ridder. Willem de Ridder was een bekend Nederlands kunstenaar geworden tijdens de beweging van het zogeheten FLUXUS, een hele speciale stroming in de beeldende kunst. Een andere zeer bekende Nederlander die ik dus ook nog eens persoonlijk heb mogen ontmoeten was Wim T. Schippers. Deze man is verantwoordelijk geweest is voor een hele belangrijke beweging in de Nederlandse Televisie. Naast zijn bekendheid als Fluxuskunstenaar, verscheen Wim T. Schippers met programma's als Barend Servet en Chef van Oekel. Programma's die in Nederland een werkelijke doorbraak hebben kunnen betekenen zie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wim_T._Schipper
Toen ik van de kunstacademie in Enschede kwam en dus echt in Amsterdam ging wonen in het jaar 1987, was de eerste man die ik persoonlijk wilde spreken Willem de Ridder. Ik belde hem op en we spraken samen af bij café de Keyser aan het museumplein in Amsterdam. Dit gesprek staat me nog steeds bij als een zeer
bijzonder gesprek en waarin Willem van alles vertelde, bijvoorbeeld over zijn bioscoop van de toekomst die hij bij de Melkweg ging  organiseren.  Ook liet ik hem mijn eindexamen werk zien waar hij zeker van onder de indruk was. Dit heb ik trouwens ook nog laten zien aan andere bekende Amsterdammers zoals Herman Brood die ik eens in zijn atelier heb op willen zoeken en natuurlijk al eerder de man die bekend was geworden in de danswereld met de naam Hans van Maanen, de man die
aanvankelijk mijn rijksgecommiteerde zou zijn geweest. In ieder geval toen ik in 2003 het zogeheten hartenproject was begonnen, een project dat dus ontstaan was na mijn werkelijk gebroken hart, had ik de wens om Willem de Ridder te gaan bezoeken om hem persoonlijk een hartenkrant te willen overhandigen. Er waren in totaal 2 hartenkranten die ik persoonlijk aan 2 bijzondere mensen wilden geven. De eerste ging echter naar mijn oud-docent Jacqueline Hoogeveen die in Deventer woonde en de tweede ging dus naar Willem de Ridder die toen in Bussum woonde. (Toevallig dezelfde woonplaats als die van Wim T. Schippers bemerkte ik net)
Ook nam ik voor Willem nog een schilderij van een RIDDER mee, die toevalligheid met zijn naam vond ik wel leuk en het was eigenlijk een afbeelding van mijn voormalige schoonvader Peter Lintelo, maar dat heb ik hem nooit willen vertellen omdat dit verhaal te veel en te verwarrend zou zijn geweest en per slot van rekening was het gewoon een groot schilderij van een echte ridder. Een belangrijk verhaal dat Willem mij toen heeft willen vertellen dat er een moment in zijn leven had voorgedaan dat hij zich niet meer thuis in Nederland had gevoeld. Hij vond dat er te weinig liefde was en vertrok toen naar Amerika. In Amerika ontmoette Willem toen de advocaat Arnold Patent https://www.arnoldpatent.com/who-am-i 

Een zeer bijzondere advocaat met wie hij in gesprek raakte en aan Willem de uitleg gaf van de situatie die Arnold ook in Amerika was tegen gekomen. Arnold had hier dus toen een oplossing voor gevonden en dat was het formeren van een groepje mensen waarmee je dan een spel kon gaan spelen. Een spel waarbij je dus zou afspreken dat je allemaal elkaars fan zou worden. Met dit wonderlijk concept is Willem toen eindelijk weer naar Nederland terug gekeerd en heeft zich toen willen isoleren op het Oert in het eiland Ameland. In alle rust heeft hij toen het verhaal van dat zogeheten fanclubspel op willen schrijven. Hij heeft toen dus het boek Spiegelogie geschreven met daarin dus het zogeheten fanclubspel beschreven. Dit boek was toen in Nederland en België al heel gauw een heel populair boek
geworden en er waren voordat Willem er erg in had, werkelijk honderden fanclubgroepjes in Nederland en België ontstaan. Groepjes die allemaal dat zogeheten
FANCLUBSPEL gingen spelen. Toen ik bij Willem was, ontving hij net zelfs een echter cd die hij ook net had uitgegeven. Het was de zogeheten spiegelogie rap. Zie en luister:https://www.youtube.com/watch?v=jB6NimhV4qk 
We hebben hier toen samen naar willen luisteren en ik was echt onder de indruk. Toen ik weer thuis was heb ik het boek SPIEGELOGIE ook willen kopen en bij het lezen van de voorwaard, viel mijn naam toen dus op een hele enthousiaste Nederlandse advocaat die ook helemaal getroffen was door de spiegelogie gedachte. Haar naam was dus Yvonne Samuels. En natuurlijk toen ik las dat zij advocaat was, wilde ik gelijk contact met haar opnemen. Ik zocht immers nog naar een betrouwbare advocaat en keek toen naar haar naam. Ik las Samuel in haar naam en dat maakte mij nieuwsgierig. Wat was dat ook al weer voor een naam? Was dat niet een verhaal uit de Bijbel? Alvorens met haar in contact te treden, wilde ik dit toen weten en vond ik op de computer toevallig een stichting die dezelfde naam had. Ik besloot toen, dus alvorens ik de advocaat Yvonne Samuels ging bellen, deze stichting telefonisch te benaderen voor iets meer uitleg over het verhaal van SAMUEL, een naam die me dus duidelijk intrigeerde. Bij het krijgen van de verbinding kreeg ik inderdaad een uitleg van het verhaal. In ieder geval begreep ik toen dat Samuel de zoon van een zekere Hannah was. Ik had de vrouw van de stichting Samuel gesproken en bedankte haar voor haar uitleg en wilde de telefoonverbinding weer gaan verbreken, maar voordat ik dat deed, had de vrouw van stichting Samuel nog een vraag voor mij. Ze vroeg me of ik niet geïnteresseerd was in nog meer Bijbelverhalen? Nou en toen dacht ik, ja, waarom eigenlijk ook niet? Ze liet mij toen in verbinding komen met een organisatie die mij een gratis onlinecursus aanbood en mij zelfs mijn = allereerste Bijbel wilde toesturen met als titel: “Wa@rom Jezus?” Kortom: Door mijn nieuwsgierigheid naar het verhaal van Samuel, verkreeg ik de allereerste
Bijbel met gratis cursus in Bijbelverhalen. Hoe toevallig kan TOEVAL zijn? Of zou TOEVAL meer kunnen zijn dan alleen maar toeval?

Blz. 77 Over Thich Nhat Hanh vind ik het zeker van een groot belang dat je erbij beschrijft wie mij op deze naam heeft willen wijzen. Het is een zeer bijzondere advocaat geweest die zich vele jaren over mijn leven heeft willen bekommeren en die mij vele zeer bruikbare adviezen heeft gegeven heeft kunnen geven. Ik kwam haar naam voor het eerst tegen toen ik mijn hartenkrant naar Willem de Ridder had gebracht en vervolgens zijn boek SPIEGELOGIE had willen kopen. Het voorwoord was immers van de advocaat Yvonne Samuels. De naam Samuel bracht mij feitelijk tot tevens tot het Christelijk geloof en het gemeenteleven dat zijn opstart vreemd genoeg in China had met Watchman Nee en Witness Lee. Yvonne gaf me de naam Thich Nhat Hanh nadat ik de droevige geschiedenis van mijn oudste broer Peter had verteld. Mij werd toen duidelijk dat de grote schrik van het geweer dat met grote kracht op een levenloze pop kon worden afgevuurd. (De grote kracht dat het geweer bij dit schot bij mijn broer Peter tot stand had kunnen brengen) eigenlijk ook werkelijk van de zotte was. Thich Nhat Hanh heeft vele strijdende militairen van de zinloosheid van hun vechten in de oorlog zeker duidelijk gemaakt. Veel oud-militairen van de Vietnamoorlog zijn dan ook met hem meegereisdnaar PLUM VILLAGE. Dit was toevallig ook de grote zinloosheid die mijn eigen broer Peter tijdens zijn schot op een levenloze pop had doen ervaren. Dit vind ik eigenlijk het mooiste gegeven van het voorbeeld dat ik van Yvonne Samuels verkreeg en vervolgens kon ervaren bij de rapportage van Thich Nhat Hanh met de titel: “Peace is every step” Thich Nhat Hanh https://www.youtube.com/watch?v=hmVxkJilnFc 
Blz. 79 Hij ontvluchte Nederland omdat hij hier niet genoeg aan liefde tegen kwam!
Blz. 82: In mijn zoektocht naar de werkelijke liefde (beginnend met het zogeheten HARTENPROJECT met bijbehorende HARTENKRANT, kwam ik erachter dat deze niet bij toneelspel in de praktijk kon bestaan. Toneel hoort op het theater en is een kunstvorm met woorden, niet in de praktijk, ook al is dit voor vele amateurs nog zo’n grote verleiding. Toneelspelen in de praktijk staat immers gelijk met het elkaar werkelijk gaan bedriegen en daarmee wordt trouwens iedere kunstvorm gemaakt tot slechts een “kunstje” van geen enkele meerwaarde.
Blz. 83: Ik leerde zeker niet de Filipijnse kunstenaar Cheuk kennen – DIT IS ZEKER ERG FOUT! (Ik begrijp niet hoe je dit ervan hebt kunnen maken – later op blz. 97 weet je het opeens wel weer) Cheuk was mijn collega in de drukkerij van Diemen en werd zeer verrast toen ik een expositie in die
Drukkerij Dijkman te Diemen hield. Zij bood als zijnde mijn bijzondere collega, mij aan om een website voor me te gaan maken. Voor Drukkerij Dijkman had zij ook al het een en ander aan publiciteit gedaan en voor mij wilde ze dat toen ook doen en vroeg daar zelfs helemaal niets voor. Cheuk was een zeer kundig en verantwoordelijk medewerker bij Drukkerij Dijkman, zij voorzag werknemers van de drukkerij van orders die uitgewerkt. Moesten worden. Zij kwam uit Almere en
was met haar ouders uit Hongkong naar Nederland toe gekomen. Met haar vrienden in Hongkong onderhield ze nog contact met haar vrienden via de voorloper van Facebook dat de naam van Friendster had. Toen zij mijn website dus al had gemaakt, vroeg ze mij en andere collega’s, of zij ook lid wilde worden van Friendster door daar een klein stukje tekst en een foto te gaan plaatsen. Dit heb ik uiteraard voor haar graag willen doen. Omdat ik dit had gedaan, kreeg ik dus op eerste kerstdag
2005 als reactie op mijn persoonlijk Friendsterpagina een smiley toegezonden van een voor mij toen onbekende vrouw uit de Filippijnen. Dit werd dus mijn latere echtgenoot Hannah! Via Hannah vernam ik dus dat zij ook een Filipijnse kunstenaar en vrijheidsstrijder kende met de naam Jose Rizal. Hij was dus wel een Filipijnse kunstenaar die ook was doorgedrongen in Europa en veel voor Europa heeft kunnen doen betekenen zonder dat de meeste mensen hiervan op de hoogte zullen zijn.
Blz. 84 Ook zou je hierbij moeten vermelden dat zijn geboortedag nog ieder jaar wordt herdacht in Heidelberg, dus in 1 van de oudste universiteiten van Duitsland waar Jose Rizal met veel succes zijn oogstudie heeft doorlopen.
Blz. 85 Je schrijft hier over “Levende Stroom Ministerie” Dit is natuurlijk Living Stream Ministerie of zowel https://www.lsm.org/ Noem je het Levende Stroom Gemeente dan kan er dus gemakkelijk grote verwarring ontstaan met de zogeheten levensstroom gemeente (van Jan Zijlstra) en dan kom je dus al heel gauw uit bij een groep van gebedsgenezers of Pinkstergemeente en dat is een denominatie waar wij zeker niet toe behoren. De Nederlandse website van onze gemeente vind je
dus ook op: https://www.destroom.net/ 
Blz. 86 Je mag hier vermelden dat wij een studiekerk vertegenwoordigen, dat wij denominaties zullen storen, moet je maar achterwegen laten. De reden van dit gestoord gedrag heb ik namelijk persoonlijk willen onderzoeken en verdiend zeker geen extra aandacht. Zo heb ik contact willen zoeken met een Nederlandse uitgever van boeken van Watchman Nee die niets van de samenwerking tussen Watchman Nee en Witness Lee wil begrijpen, gewoon omdat hij met zijn stijl
van schrijven zeker geen aansluiting kon vinden in Annaheim waar hij dus persoonlijk eens naar toe is gegaan om zijn boeken te willen verkopen en eigenlijk door zijn totaal andere insteek vanuit een denominatie-denken, geen enkele aansluiting verkreeg.
Blz. 89 De uitleg van mijn studiekerk waar ik nog steeds iedere dag in lees, heeft natuurlijk mijn allergrootste waarde. Het delen van het woord doe ik eveneens iedere dag zeer intensief. Ook hoef je niet te vertellen dat de Bijbelverhalen voor mijn ouders nooit echt tot leven zijn gekomen. Dit heeft alles te maken met de denominaties waarin zij beiden opgroeiden. Kerst is net zoals Sinterklaas en verbeeld een menselijk denken van iets waarin veel mensen willen geloven, maar dat in feiten werkelijk nergens op gebaseerd is
Blz. 89 Is er altijd liefde in de mens? Een betere vraag zou zijn: Kan liefde altijd in de mensen komen? Want daar antwoord ik zeker Ja op. Werkelijke liefde (of God) kon voor ieder mens natuurlijk toegankelijk zijn, Ik heb geen contact willen zoeken met Jacqueline Hoogeveen om mijn project goed op te zetten (???) Ik heb haar benaderd toen ik het project had afgerond en haar een krant wilde geven. In het jaar 1987 heet zij mij inderdaad geadviseerd om Hans van Manen als rijks gecommitteerde te nemen, maar dat was vele jaren daar voor natuurlijk. Hij heeft het trouwens uiteindelijk niet gedaan, door toedoen van mijn eigen domme vergissing in data. Ik moest toen plotseling iemand anders kiezen.
Blz. 100 ik koester die levenloze kranten echt niet, alleen gooi ik ze niet weg Het hartenproject is ontstaan na mijn gebroken hart en er waren verschillende mensen in mijn omgeving die hier graag aan mee wilden doen omdat ze ook iets met het hun eigen hart hadden. Het werd dus een echte hartententoonstelling met een zeer grote verscheidenheid van meerdere harten van zelfs internationale beeldend kunstenaars Met mijn benadering van Nello Mirando, (Prima’s van de Tata Mirando’s) Hij had mij in Venlo eens verteld dat hij ook schilderde en dan dus uitsluitende HARTEN, hij was zeer enthousiast om met me mee te willen doen en bood me zelfs aan om ter afsluiting met een heel orkest naar Zoetermeer te komen. Dit is dus ook werkelijk zo gebeurd. De groep heette dus SERVUS met een R erin!
(https://www.facebook.com/watch/?v=176942106736834  )
Blz.101 Van mijn persoonlijke ellende kan niemand iets leren. Ik weet het eigenlijk niet waar mensen iets van leren. Persoonlijke ellende vind ik niet zo leuk uitgedrukt.
Blz.102 Je schrijft: ” ik ben altijd op zoek geweest naar het werkelijke doel van de presentatie en de kunst van het toneel. (?) Je schrijft: “Ik wilde altijd zoveel als mogelijk de grote toneelregisseurs van Nederland spreken ik weet dat niet zo zeker. Ik heb genoeg mensen gesproken. Pieter Hermanides was gewoon een vriend collega en vriend van mij, niet iemand die ik speciaal heb willen spreken. Hij hield van mijn werk en ik vond zijn tekeningen ook wel bijzonder. Ik interviewde ze voor de Hartenkrant zie ik altijd. (???) Erik Vos had ik aangeschreven, maar was zat toen in Israël vernam ik van zijn dramaturg. Al eerder was ik in de ban geraakt van deze experimenteren vorm van theater…. Ik onderzocht een goed samengaan van de verschillende vormen van kunst en ik zocht naar mensen die hier ook mee bezig waren geweest. Erik Vos werd mij toen genoemd als iemand die dit ook had geprobeerd, maar dat was niet helemaal gelukt volgens Michel Bezem die mij de naam had genoemd. Hoe hij dit dan had geprobeerd wilde ik van hem vernemen. Eigenlijk meer was het niet! Ik ben ook niet bezig geweest met manipulatie van film –en televisiebeelden, maar bezig met een onderzoek dat ik zelf had opgestart.

Blz.103 Ik ben zeker dankbaar voor het grote cadeau dat Erik Vos me heeft willen geven.
Blz.103 Op aanraden van een vriend zocht ik contact met Jozef van de Berg. Hij was duidelijk door Bijbelverhalen gegrepen en is altijd een zeer goed verteller geweest. We hebben heel veel met elkaar gesproken en konden het prima met elkaar vinden. Het is een andere indruk die ik in je aanhaling teruglees. Uiteraard respecteer ik de keuze die hij in zijn leven heeft willen maken. Ik bewonderde hem niet minder toen ik werkelijk contact met hem had, nee, hij werd juist voor mij een goede vriend en die ik ook nu weer graag weer eens zou willen opzoeken. Met zijn dochter heb ik die band niet.
Blz.104 Je schrijft: “Berooid sterven is geen gemakkelijk lot, dat gun je niemand, maar net als mijn grootvader was dat wel wat hem overkwam.” Haal dit er maar uit, heeft voor mij geen enkel toegevoegde waarde. Ik vermoed dat ik zeker niet duidelijk geweest ben over mijn fascinatie over het stuk “Wachten op Godot” Ik zie dat je invullingen over dit stuk doet, die voor mij echt niet gelden. De kleine nuances van het stuk “wachten op Godot” laten mij juist iets heel bijzonders zien en is helemaal niet echt absurd voor mij. Het vergelijk met mijn 2 marionetten gaat inderdaad over het principe van baas en slaaf en dat komt in dit stuk naar voren maar ook in het zeer belangrijke bijbelvoorbeeld van Sarah en Hagar natuurlijk. En dat vertel ik er echt altijd bij.

Blz.105 Figaro Pasquale wilde absoluut niet dat zijn winkel een “kapperszaak” werd genoemd, Laat hem zeker niet weten dat hij een kapper was, want dan zou hij je nooit meer aankijken. Zij winkel was een sociale ontmoetingsplaat en zeker geen KAPPERSZAAK! We hadden vooral met elkaar contact vanwege het verhaal van de barbier van Sevilla, een opera waar hij ook zeer van hield, maar nog meer van haren, die hij als de antennes van de ziel wilde beschouwen. Noem hem maar gek, of
stapelgek. Maar ik verlang wel dat wanneer je over hem schrijft, zijn mening respecteert! De barbier van Sevilla is een opera van “de Italiaanse Mozart” Rossini en dus niet van Mozart. (Mozart heeft dus wel een vervolgopera verhaal op muziek gezet van de Barbier van Sevilla, dat was “Le Nozze di Figaro” beiden geschreven door Beaumarchat. De eerste versie van de barbier van Sevilla was echter niet door Rossini geschreven, maar door Giovanni Paisiello. Hier kwam ik per ongeluk achter. Maar toen ik ook deze versie van Giovanni Paisiello herhaaldelijk hoorde, ging ik hier ook erg van houden en wilde ik deze versie ook gaan vertalen. Hiervoor benaderde ik Pasquale, maar die liet me in contact komen met Frans Roth.
Blz.106 Je vertelt de inleiding zeker niet goed. Het verhaal gaat over Palle, een trollenkind die anders was dan de rest. Verder hoef je daar niets over te gaan bedenken. Het is een bijzonder verhaal en niet alleen dus voor mij, maar ook voor haarzelf.
Blz.107 Ik leerde in 2006 de Filippijnen voor het eerst kennen. Ik kwam terecht bij een klein huisje op een fabrieksterreintje waar Hannah, haar vader, moeder met daarnaast haar broer met zijn vrouw en 3 kinderen. De vader was een van de belangrijke medewerkers van de Hollowblock-fabriek, Een fabriekje waar men dus hollowblocks maakte en dat waren een apart soort stenen waar men huizen en gebouwen van kon maken. Na mijn vertrek in 2006, had ik heel veel contacten in Dipolog gemaakt, verschillende kunstenaars in muziek en beeld en beweging. Daarom heb ik gelijk besloten om mijn eigen stichting op te gaan richten die dan ook op 17 oktober 2006 werkelijk ingeschreven werd. Helaas werd de vader van Hannah na mijn vertrek ernstig ziek en kwam zelfs te overleiden. Ik ben er zo snel mogelijk toen weer opnieuw naar toe gegaan. Maar mijn schoonvader was al begraven. De 2 e keer in de Filippijnen was dus zonder mijn schoonvader. En voor een tweede keer had ik de grote reis willen maken. Met Tom Stuart heb ik het dus niet over God gehad en dat moet er dus uit!
Blz.115 Mijn collega Cheuk in de drukkerij had me niet zozeer gestimuleerd om mijn kunst tentoon te stellen, maar was juist iemand die erdoor aan werd geraakt en mij aanbood om een website voor mij te gaan maken.
Blz.117 Hun reactie was dat ik beïnvloed door een enge beweging. (Ik wil dat er liever niet in hebben – Benoemen van “enge beweging” - dit zijn zeer grote vooroordelen waar niemand iets aan heeft en bovendien hebben ze dat nooit letterlijk zo tegen me willen zeggen. Zij moeten het voor zichzelf uitzoeken en ik wil liever niet dat hier teveel over uitgeweid zal worden. Het is aan God en niet aan mij of iemand anders om hier negatieve oordelen neer te laten schrijven.
Blz.119 Ik heb niet laten weten dat ik samen met de mandolienorkest samen met hun muziek heb gemaakt. Het ontstaan van de Fortunecooker was door mijn toevallige ontmoeting van ingenieur Maarten Romijn in het Humanityhouse van Den Haag dat wij beiden in het eerste jaar hadden willen volgen. Op een te willen vervolgopleiding in Educatie, sprak ik toevallig met een docent die ik nog kende als de oprichter van de zogeheten Dogtroep. Toen ik hem vroeg van wat hij deed, liet hij me weten dat hij net nog een heel museum had afgeleverd. Dit was een zeer bijzonder antwoord vond ik en helemaal dat dit museum ook nog in Den Haag stond. Ik ben er toen zeer regelmatig bij langs geweest en werd als trouwe gast na het eerste jaar uitgenodigd voor een interview van het Humanity museum. Bij deze bijeenkomst ontmoette ik Maarten Romijn en vernam ik voor het eerst van zijn bijzondere Fortunecooker. Op mijn vraag of hij er al filmbeelden van had antwoordde hij “nee” Dit was mijn reden om dit een keer voor hem te willen gaan opnemen. En een paar weken later werd ik toen door Maarten gebeld en heb ik gedaan wat ik beloofd had. Het project is uiteindelijk stuk gelopen toen erna ongeveer een jaar intensieve samenwerking, een serieus plan was gemaakt om de Fortunecooker inderdaad te lanceren op een belangrijke jaarmarkt in de stad Dipolog. Hiervoor was geld nodig en dat wilde Maarten aanvankelijk ook wel betalen. Tijdens een succesvolle bijeenkomst in Rotterdam, was Maarten zeer in zijn element en gaf toestemming het benodigde geld ervoor te gaan betalen (iets van EUR 1500,- als ik me niet vergis) Toch toen ik het heugelijke nieuws tegen Hannah had verteld en ervan uitging dat het toen ook echt zal gaan plaatsvinden, belde Maarten mij de volgende morgen met het verzoek om meer uitleg en bleek hij diverse onderdelen van het ingediende plan te willen schrappen. Dit is toen in een heel verkeerd keelgat geschoten. Hannah werd heel kwaad op Maarten. Maquettes waren er al (gratis op voorhand) voor het idee al gemaakt en alles viel toen opeens in duigen.
Blz.120 voor veel Filippijnen is het vaak niet voor te stellen. Er zullen ook mensen zijn die zich dat wel kunnen voorstellen lijkt me. Mijn oom was Logo burgemeester geweest in Gieter Zandvoort en woonde toen zelf in Gieten. Het is een gemeente die ikzelf ook niet goed ken, maar het heeft dus in ieder geval niets met de plaats Zandvoort te maken. De oprichter van het Good time café was alleen Ed (of Eddy) de Bankoera (zijn naam had niets met bankiers te maken) Via dit café kwam
ik zeker niet in contact met de familie Dalman. De familie Dalman leerde ik kennen via Dalmans Hollowblock, het steenfabriekje waar mijn schoonvader werkzaam is geweest en het fabrieksterrein waar Hannah met haar familie woonde toen ik haar leerde kennen. Deo Dalman, was een aardige man die zich ook aansloot bij stichting Bando en opperde bijvoorbeeld het idee om langs het kindertehuis te gaan. Dit kindertehuis stond in het beheer van Rooms Katholieke nonnen. De directrice, dus ook een non, bleek uiteindelijk voornamelijk op geld uit te zijn en daar heb ik haar niet mee kunnen of willen helpen. Maar over het algemeen waren de begeleiders van het kindertehuis altijd erg aardig en behulpzaam. Een non die in haar vorige beroep danseres was geweest leerde de kinderen dansen en dat vond ik heel erg leuk. De bisschop bleek ook kunst-minded te zijn en wilde me graag nog een keertje uitnodigen om zijn “kunstprojecten” met bomzaaiboompjes te gaan bezoeken. Dit is dus ook inderdaad gebeurd.
Blz.124 Ik lees: Het was geen kerk in de Christelijke zin van een kerk? De Christelijke zin van een kerk is toch eigenlijk altijd het woord van Christus te volgen? En dat is dus niet dat wat mensen in hun denominaties ervan hebben willen maken. Ik heb afgelopen week iemand gesproken over hersenbloedingen en beroertes. Het blijkt
verschillend te zijn. Hannah heeft in ieder geval tot 2x toe een beroerte gehad. De eerste van in januari 2020 en de tweede in mei 2020 (dus niet 2022) Linkerarm en hand zijn daarbij verlamd geraakt en haar linkervoet klapt regelmatig dubbel wanneer ze er teveel op staat. Nader bekendmaking: Mijn uitkering staat me niet toe om langer dan 4 weken naar het buitenland te gaan met behoud van uitkering. Reden van plotselinge noodzaak: Een pleegdochter (18 jaar) (dochter van haar broer en
schoonzus in Manilla) die voor Hannah zorgde, besloot plotseling te gaan studeren en dacht haar tante (tita) Hannah, het grootste deel van de dag geheel alleen te kunnen laten. Er werden diverse meetings georganiseerd, waaronder ook een directe familie meeting. Het plan werd geopperd om een kamer voor Hannah te laten bijbouwen aan het huis van haar broer en schoonzus die dan beiden voor haar konden zorgen. In die tussentijd zou hun zoon voor Hannah kunnen zorgen. De tweede keer bleek het neefje (zoontje van haar andere broer en schoonzus dus) die dus Hannah verzorgde, plotseling werk te hebben gekregen en liet zijn tante ook weer gewoon alleen. Hierna heb ik vanuit Nederland willen regelen met broeders uit Dipolog met me mee gingen denken of we iemand konden vinden en er werd het idee gegeven om haar zolang in een verzorgingshuis onderdak te laten krijgen. Dit is toen dus ook gebeurd. Eigenlijk totdat de kamer voor Hannah bij haar broer en schoonzus klaar was. Ze heeft er een paar maanden gelegen.
Blz.125 Het Broodje Kunst weet ik werkelijk helemaal niets van af. Heb je dat echt ergens gelezen? Of ja toch, langzaam komt het naar boven
Blz.144 je schrijft: De Hernieuwde kennismaking tussen de kunstenaressen was vruchtbaar? (Ze hebben elkaar nooit mee echt willen opzoeken) Ze hebben ook nooit samen met Lian Janssen samen gewerkt en hebben elkaar nooit ontmoet. Lian Janssen heb ik heel erg anders leren kennen. Het is van mij een idee geweest om de beide dames Genovera en Yvonne Jonkers, die beiden een zeer bijzondere ervaring in Indonesië koesterden in verbinding te brengen met de Haagse Wieteke van Dort, die ik toevallig ook al een paar keer ontmoet had. Ik heb toen Wieteke opgebeld om het voor te willen stellen en Wieteke wilde dit wel. Maar Yvonne Jonkers en
Genovera waren hier beiden helaas geen voorstander van.
Blz147 Je schrijft: werk gedaan om mijn hoofd boven water te houden. Na het bedrieglijke ADHD spel op voorstel van mijn voormalige schoonvader de regisseur, vond ik het juist prima om me niet meer langer “INGESTORT’ op mijn werk voor te doen. Ik vond het fijn om er weer even te werken en heb er toen zelfs een tentoonstelling mogen organiseren waarbij ik meerdere werken verkocht heb. Uiteindelijk ben ik via een klein uitzendbureautje in Delft aan werk in de begeleiding
van probleemkinderen gaan doen, Dit was via uitzendbureau Conduco, De voormalige (mede)directeur Erik, heb ik nog steeds contact mee. Er ontstond later nog een bijzondere band omdat hij uiteindelijk ook van zijn Nederlandse vrouw was gescheiden en in contact was gekomen met een Filipijnse vrouw. In Enschede heeft hij me regelmatig in mijn atelier opgezocht en dan zette ik zijn kinderen aan het tekenen.

 

Tot zover even wat verbeteringen of fouten die ik tegen ben gekomen Ik hoop dat je ze nog kunt verbeteren voor de komende bestellingen

Met vriendelijke groet van Hans